Het einde van het

HET EINDE VAN HET TOEKOMST PENSIOENEN ZWITSERLEVEN Ons huidige pensioenstelsel is zo slecht nog niet, zeker niet vanuit internationaal perspectief. Wel moeten er op een aantal punten aanpassingen worden gedaan om het toekomstbestendig te maken. Dat zegt Gerry Dietvorst, hoogleraar ‘Fiscale en civielrechtelijke aspecten van toekomstvoorzieningen’ aan de Universiteit van Tilburg. “Het Zwitserlevengevoel is verleden tijd.” H et Nederlandse pensioenstelsel kent drie pijlers. Ongeveer 50% van het pensioeninkomen komt uit de AOW. Dat is een omslaggefinancierde factor: de jongeren betalen voor de ouderen. Dit noemen we intergenerationele solidariteit. De tweede pijler is het aanvullende werknemerspensioen, waarin werkgever en werknemer gezamenlijk sparen en risico’s dragen. 40 Tot 45% van het pensioen komt uit deze pijler met solidariteit binnen de werkende bevolking. De laatste 5 tot 10% komt uit de derde pijler. Hierin zorg je privé voor extra pensioen, bijvoorbeeld via een lijfrente. “Sterk aan dit systeem is dat je niet alle eieren in één mandje legt. Als alles omslaggefinancierd zou zijn, dan hebben we met de vergrijzing straks een probleem. Was alles kapitaalgedekt, dan hadden we nu al een veel groter probleem. Het moet dus een mix zijn van methoden van financiering en van verschillende soorten van solidariteit. ‘Searching for the balance’ wordt dat wel genoemd,” aldus Dietvorst. Dak repareren Oorzaken van de huidige pensioenproblemen zijn kortweg het inklappen van de beurs, de lage rente en het feit dat we veel langer leven dan we ooit hadden verwacht. Het gevaar is volgens de hoogleraar dat we, nu de beurs voorzichtig aantrekt, denken dat aanpassingen in ons pensioenstelsel niet meer zo nodig zijn. “Maar je moet het dak repareren als de zon schijnt. Eigenlijk hadden we in de jaren negentig, toen pensioenfondsen dekkingsgraden tot wel 250% hadden, al aan de slag gemoeten met de pensioenleeftijd,” zo meent Gerry Dietvorst. De pensioenleeftijd gaat in 2020 stijgen naar 66 jaar, in 2025 mogelijk naar 67 jaar. “Er is nu een disbalans tussen de periode dat we werken en dat we leven,” legt hij uit. “We leven langer en gaan eerder met pensioen. 33% Van het volwassen leven wordt in pensioen doorgebracht. Die balans moet worden hersteld en dat betekent dat we de pensioenleeftijd moeten aanpakken. Die leeftijd laten we meeschuiven met de levensverwachting. Voor de volgende generatie betekent dat: ‘u krijgt pensioen, maar wanneer en hoeveel, dat weten we niet’. Het ‘wanneer’ hangt af van je levensverwachting en het ‘hoeveel’ van de financiële ontwikkeling van het pensioenfonds. Doet het fonds het goed, dan is je pensioen hoog. Maar staat de rente laag op het moment dat je pensioen ingaat, dan heb je pech. Met andere woorden: het beleggingsrisico, het langlevenrisico en het renterisico komen volledig bij de werknemer te liggen. Niet meer bij de werkgever, niet meer bij het pensioenfonds.” Dat verleggen van de pensioenrisico’s kan volgens Dietvorst heel snel gaan: “Binnen nu en een paar jaar is dit een gegeven, dus ook nog voor de babyboomers.” Uit de markt Wat moet er veranderen, wil ons pensioenstelsel goed blijven functioneren? De tweede pijler is internationaal gezien erg groot en stijgt ook nog eens flink. Dietvorst: “De pensioenpremie die werkgever en werknemer betalen steeg van 7,7 miljard euro in 1997 via 18,7 miljard in 2002 tot 26,8 miljard in 2008. Dat komt onder meer doordat beleggingsrendementen afnemen en er aanvullende koopsommen moeten worden bijgestort om de dekkingsgraden op peil te houden. Maar dit kan natuurlijk niet blijven stijgen. De inzet van het pensioenakkoord is dan ook om deze pijler te stabiliseren. Het is natuurlijk geweldig als we zo veel opzij zetten, maar aangezien pensioenkosten loonkosten zijn, prijzen we onszelf hierdoor internationaal uit de markt.” 54 • april/mei 2011 Uniek

Het einde van het

Interactieve internet studiegids, deze folder of clubblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar op uw website plaatsen van digi onderwijscatalogussen.

Plannen voor de toekomst Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication