Klik hier om verder te lezen L oek Winter is een drukbezet man met een goede reputatie. Hij is recht door zee, innemend, maar kan ook een keiharde zakenman zijn. Hij wordt geroemd om zijn zakelijk inzicht en zijn doorzettingsvermogen. Winter is een echte pionier. Hij werkt zestien uur per dag. Zijn auto, een Jaguar met chauffeur, doet dienst als kantoor. Zo snelt hij van het ene ziekenhuis naar het andere zorgbehandelcentrum en naar afspraken met de top van de Nederlandse zorgverzekeraars. Een live-interview bleek niet mogelijk, Winter is hot en krijgt meer dan veertig verzoeken voor interviews per week. Daarom doen we het per telefoon. Loek Winter belt exact op de afgesproken tijd. Winter: ‘Met Loek Winter, wij zouden even bellen.’ Uwmagazine: ‘Goedemorgen mijnheer Winter. Fijn dat u belt. Bent u nu op weg naar Lange Land in Zoetermeer?’ Winter: ‘Nee, ik heb een afspraak met CZ. Met Lange Land ben ik ook bezig inderdaad.’ Uwmagazine: ‘Mag ik u feliciteren met de overname?’ Winter: ‘Nog even niet, maar we zijn er druk mee bezig.’ Uwmagazine: ‘Hoe gaat u dit nu weer doen? Winter: ‘Dat vraag ik mezelf ook af.’ Uwmagazine: ‘Wilt u van de Lange Land een medical mall maken?’ Winter: ‘Jazeker, dat is wel mijn bedoeling.’ Loek Winter is de bedenker van de zogenaamde med mall. Met Lange Land komt zijn droom uit. Winter wil betere zorg tegen een lagere prijs bieden. En dat kan hij. Hij heeft dat al ruimschoots bewezen met de DCcentra en de IJsselmeerziekenhuizen, die de namen MC Lelystad, MC Emmeloord en MC Dronten dragen. Focus x Volume = kwaliteit en kosten Zijn eerste regel is: Focus x Volume = kwaliteit en kosten. Door je te focussen op een behandeling gaat de snelheid van de behandeling omhoog en ook de kwaliteit. Daarbij houdt hij vast aan de ‘Check 19’. Winter zegt: hoe vaker een behandeling volgens strakke veiligheidsprotocollen wordt verricht, hoe minder complicaties er ontstaan en hoe minder nabehandelingen of heroperaties er nodig zijn. De kwaliteit gaat omhoog (en de kosten gaan omlaag). Winter wil de zorg vereenvoudigen, want die is nu veel te complex. Hij verafschuwt grote ziekenhuizen die alle disciplines in huis willen hebben. Als ziekenhuizen te groot zijn, worden ze per definitie inefficiënt en ondoorzichtig. Winter gaat voor kleinschaligheid. Een basisziekenhuis heeft hooguit twaalf kerndisciplines in huis met een gemaximeerd aantal Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Een medical mall vergelijkt hij met een het businessmodel van Schiphol. Schiphol verhuurt ruimtes aan winkeliers of ketens die huur betalen en servicekosten voor de gezamenlijke faciliteiten zoals toiletten, parkeergarage, schoonmaak en dergelijke. Het ziekenhuis is een gebouw met faciliteiten als een operatiekamer, wacht- en bespreekruimtes, een parkeergarage en restaurant. De zorgspecialisten huren deze ruimtes om hun diensten aan te bieden. Ze doen dat onder eigen label. Ook het restaurant wordt verhuurd aan een cateringbedrijf. De schoonmaak wordt betaald vanuit de servicekosten. De specialist kan zijn eigen factuur naar de zorgverzekeraar van de patiënt sturen. Om verzekerd te zijn van de complete zorg die in een basisziekenhuis voorhanden moet zijn, kan het voorkomen dat het ziekenhuis ook zelf medisch specialisten in dienst heeft. Zo worden eventuele gaten opgevuld. Maar makkelijker zou het zijn als iedereen zijn eigen winkeltje had. Naast de med malls heeft Loek Winter het over zogenaamde focusklinieken: “Centraal waar het moet, lokaal waar het kan.” Een focuskliniek is een centrum waar men is gespecialiseerd in één soort behandeling. Bijvoorbeeld een herniakliniek. Hier geldt ook weer de regel focus x volume = stijging kwaliteit en daling van de kosten. Centraal waar het moet, lokaal waar het kan Winter constateert dat naarmate de behandeling complexer is, de patient bereid is om een grotere afstand te overbruggen. In dit soort gevallen is het volume vaak laag. Daarom kan men bijvoorbeeld volstaan met enkele centra voor de behandeling van kinderkanker. Het Nationaal Kinderoncologisch Centrum pleit er zelfs voor om deze zorg te concentreren in één Europees oncologisch centrum. Kinderoncologen zien dan meer jonge patiënten. Ze worden beter opgeleid, doen meer ervaring op. Dit komt ten goede aan de kwaliteit, en de mortaliteit gaat omlaag. A-segment en B-segment Winter maakt een onderverdeling van de zorg in een A-segment en Bsegment. Het A-segment moet collectief blijven gefinancierd. Het Asegment behelst 30 procent van de totale curatieve kosten en bestaat uit de complexe en spoedeisende disciplines zoals bijvoorbeeld intensive care, verloskunde, spoedeisende hulp, transplantatie, traumatologie en kinderhartchirurgie. Het A-segment zijn de academische ziekenhuizen. (Die dus nu, volgens Winter, nog wel veel te veel disciplines in huis hebben en er zijn er te veel.) Het B-segment met 70 procent van de kosten is de meer planbare, nietspoedeisende (electieve) zorg. Dit zijn de basisziekenhuizen, liefst med malls en de zbc’s (zorgbehandelcentra). De tarieven van deze aanbieders worden in onderhandeling met de zorgverzekeraars gemaakt. Hierdoor ontstaat echte marktwerking. Deze klinieken concurreren met elkaar om de kwaliteit en prijs. Gelukkig voor de patiënt blijkt dat bij een hogere kwaliteit de prijs daalt. Sterker nog, zowel de inspectie voor de gezondheidszorg als de verzekeraar stelt zeer hoge eisen aan de kwaliteit van de zorgaanbieders. Indien de zorgaanbieder niet aan de eisen voldoet, zal de verzekeraar geen contract met hem willen afsluiten. Uwmagazine: ‘U heeft best veel kritiek op de manier waarop grote ziekenhuizen worden bestuurd. Er wordt vaak te conservatief gestuurd.’ Winter: ‘Dat is inherent aan de omvang van de organisatie. Een ziekenhuis met 8.000 fte’s is nu eenmaal niet bestuurbaar. Beter zou zijn om het aantal disciplines te verminderen. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om in ieder ziekenhuis een goed lopende afdeling voor oncologie te runnen. Beter is om die meer te centraliseren zoals bijvoorbeeld het NKI (Nederland Kanker Instituut / Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis). Een ander goed voorbeeld van centralisatie is de St. Maartenskliniek in Nijmegen. Dit ziekenhuis is toonaangevend in de behandeling van aandoeningen op het gebied van houding en beweging. Hier zitten de beste orthopeden en reumatologen. • december 2012/januari 2013 13 Winter is Hot

Schieten met een Kanon

Voor PDF-en, online whitepapers en uitgaven zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw edities.

Feiten checken en vooruitkijken Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication